Een goede kennis van financiën in je RvC of RvT is essentieel. Dat lijkt misschien een open deur, maar toch gaat het nog vaak genoeg mis, ziet expert en toezichthouder Cees in ’t Veld in de praktijk. Hij kent de valkuilen als geen ander. Als voormalig partner bij KPMG lichtte hij bijvoorbeeld meer dan vijfhonderd keer een jaarrekening toe aan een RvC of RvT. Hij brengt het terug tot drie aandachtspunten.
1. De juiste financiële kennis binnen de RvC
“Een RvC moet complementair zijn samengesteld, met alle expertises vertegenwoordigd. Maar uiteindelijk eindigt alles wat je doet in geld, en is de juiste financiële expertise in de RvC van het grootste belang. Bij beursgenoteerde bedrijven moet dat topexpertise zijn, zoals ex-CFO’s van grote bedrijven vaak hebben.
In de midden-en kleinbedrijven of non-profit hoeft dat niet, maar moeten het wel mensen zijn met kennis van de jaarrekening. Ik zie in het MKB bijvoorbeeld vaak bankiers in de RvC of RvT. Dat zijn hele goede mensen, sociaal, goede netwerkers en met een goede kennis van financiering. Maar ze missen vaak harde kennis van jaarverslaggeving en interne controle. En dat is een randvoorwaarde, een absolute must. Je moet weten waar je het over hebt.”
2. Kennis van de business in de RvC
“Je moet niet alleen kennis van financiën hebben, maar ook van de business. Laat ik meteen een voorbeeld geven. Stel, je bent toezichthouder bij een ROC. Die worden gefinancierd op basis van de studentenaantallen van vijftien maanden geleden. Krimp je in aantallen? Dan krijg je dus effectief meer geld per leerling. Slaat krimp om in groei? Dan moet je voorfinancieren. Weet je dit niet, omdat je bijvoorbeeld uit het bedrijfsleven komt? Dan zou je de foute beslissingen kunnen nemen, door niet te anticiperen op deze manier van financiering.
Dit soort voorbeelden zijn er niet alleen in het onderwijs en de zorg, maar ook in het bedrijfsleven. Als je commissaris bij een agendafabriek bent, moet je weten dat ze in de eerste maanden van het jaar alleen maar kosten maken en pas vanaf mei, juni geld gaan verdienen met de verkoop van schoolagenda’s. Als commissaris bij een accountantskantoor is dat weer helemaal anders: die zetten in de eerste maanden van het jaar veel om en hebben in de zomer minder te doen.
Het komt er allemaal op neer: begrijp de business van het bedrijf of de organisatie waar je voor werkt, zodat je geen onverstandige financiële beslissingen neemt.”
3. Anticiperen op de toekomst
“De nadruk in jaarverslagen ligt al snel op het verleden. Maar als je te veel in de achteruitkijkspiegel kijkt, zie je niet wat er vóór je gebeurt. Als je weet wat er in de wereld speelt, in de markt, in de managementliteratuur, kun je daarop anticiperen (lees hier meer over toezicht op innovatie).
Dit doen ze in het onderwijs goed. Het onderwijs moet in het jaarverslag een vijf-jaars prognose opnemen in de financiële paragraaf. Wat gaat er met ons gebeuren? Hoe ziet de wereld er straks uit? Wat zijn de risico’s? Onderwijsinstellingen in krimpregio’s melden in het jaarverslag dat ze de komende jaren een fors mindere instroom verwachten. Door dat nu al te benoemen, kunnen ze tijdig anticiperen op de gevolgen van die krimp, bijvoorbeeld voor de huisvesting.
Gebruik ook je accountant voor informatie. Kijk naar het ImTech-voorbeeld. Toen accountants bij hen aanklopten met een brief over de fraude, zei de RvC: ‘Fraude? Dat kan niet bij ons. Neem die brief maar weer mee.’ Een slechte beslissing, zo is gebleken. Ze staan nu vol in de aandacht door fraudepraktijken in Duitsland, Polen en Zwitserland.
Accountants kunnen niet alles binnen jouw organisatie zien, maar ik zou hun signalen altijd oppakken. Neem ze serieus, ze kloppen niet voor niets bij je aan de deur.”