Bron: SER Topvrouwen
Tekst: Nicole Gommers
Stichting Topvrouwen heeft een ‘genderneutrale’ evenknie: PMP brengt middels een database vraag en aanbod van commissarissen, toezichthouders en raad van adviesleden bij elkaar, mannen én vrouwen. Het aantal ingeschreven vrouwen bedraagt momenteel 20 procent en die talentvolle vrouwen zijn opvallend in trek bij de zoekende bedrijven. Directeur Gerben van der Werf: “Meer dan 30 procent van de matches betreft een vrouw.”
In de database van PMP (te vinden via www.pmpsupervisor.com) wordt meestal niet puur op vrouwen gezocht. Dat maakt het resultaat van 30 procent vrouwelijke matches – terwijl van het totale aanbod van commissarissen, toezichthouders en raad van adviesleden het aantal vrouwen nog blijft steken op een bescheiden 20 procent – des te opmerkelijker. Directeur Gerben van der Werf heeft er wel een verklaring voor: “In onze database staan alleen anonieme profielen, waarin de competenties en kwaliteiten van kandidaten met behulp van experts zoveel mogelijk geobjectiveerd zijn ‘Borstkloppers’ worden zo teruggebracht naar een reëel spectrum, terwijl de meer bescheiden types voldoende uit de verf komen. De profielen zijn hierdoor onderling volstrekt vergelijkbaar.” Hoewel de identiteit van de kandidaten aan de hand van de profielen niet te achterhalen is, kun je wél zien of je met een man of vrouw te maken hebt en daar zit volgens Van der Werf de crux: “Al onze kandidaten, man en vrouw, zijn van hoog niveau. Ze doen niet voor elkaar onder. De helft van onze ingeschreven mannen en vrouwen is ervaren ondernemer, 35 procent is voorzitter van een Raad van Commissarissen of is dat geweest en 20 procent is jonger dan 50. De bedrijven die zoeken, komen onder dat diverse pluimage meerdere geschikte vrouwen tegen. Dan denken ze: hee, een vrouw, die hebben we nog niet of niet voldoende, laten we ervoor gaan. Het maakt bedrijven nieuwsgierig.”
De credits voor die open houding van bedrijven tijdens hun search geeft Van der Werf deels aan Topvrouwen.nl: “Stichting Topvrouwen is ijzersterk in het creëren van reuring. De trage doorstroom van vrouwen naar de top en de meerwaarde van talentvolle vrouwen staan nu definitief op de agenda. Jullie hebben het echt op scherp gezet. Door alle tamtam kunnen bedrijven niet meer om gender diversity heen en staan ze er bovendien meer voor open.” Het lijkt er dus op dat er echt iets in de mindset veranderd is, hoewel Van der Werf er in alle eerlijkheid bij aantekent in de wandelgangen te merken dat er ook ondernemingen zijn die – met het oog op het wettelijk streefcijfer dat niet vrijblijvend is – het diversifiëren van hun raad als verplicht nummer zien. “Het is een combinatie van willen en moeten. Bij sommigen overheerst de houding ‘we kunnen het niet langer maken om met nóg een kerel aan te komen’. Zij gaan er schoorvoetend mee aan de slag. Andere bedrijven gaan vanuit intrinsieke motivatie met vrouwen in zee. Zij zien de voordelen en willen het oprecht graag.”
RvC’s zijn er nog lang niet
Van der Werf streeft met zijn database meer diversiteit op alle niveaus na. “Diversiteit zit ’m voor ons in meer dan alleen de man-vrouwverhouding. Een Raad van Commissarissen met 5 grijze oude heren is niet je van het, een raad met 5 jonge dames evenmin. Het gaat om balans: in gender, in leeftijd, in competenties, in karaktereigenschappen, noem maar op.” Desalniettemin smaakt het vrouwelijk succes in de database van PMP absoluut naar meer. “Ik ben razend benieuwd wat er gebeurt als we doorstoten naar een bestand met 40 of 50 procent vrouwen.” Groeit het nu al forse aantal vrouwelijke plaatsingen mee met een toenemend aantal inschrijvingen, dan zou dat kunnen leiden tot een flinke verschuiving binnen boards. “Daar maak ik me zeker hard voor.”
Dat is ook nodig, want Van der Werf ageert tegen de conclusie dat de diversiteitscijfers binnen de Raad van Commissarissen veel rooskleuriger zijn dan binnen dat andere topgremium, de Raad van Bestuur – een conclusie die kijkend naar grote diversiteitsonderzoeken als de Bedrijvenmonitor Topvrouwen en de Female Board Index snel getrokken is. “Bij Stichtingen gaat het de goede kant op, maar binnen bv’s en nv’s is er echt nog een wereld te winnen, zoals ook onlangs bleek uit een evaluatie van de Wet bestuur en toezicht door de Rijksuniversiteit Groningen.”
Al met al denkt hij dat het uiteindelijk goed komt met gender diversity. “Deels door initiatieven als PMP en Topvrouwen.nl, maar organisaties worden daarnaast simpelweg ingehaald door de werkelijkheid. Alles beweegt zo snel tegenwoordig, veel sneller dan pakweg 20 jaar geleden. Je kunt je niet meer permitteren talent links te laten liggen – het is een kwestie onderkennen dat bij de beste mensen vrouwen horen en het laaghangend fruit dat je wordt aangeboden in databases met toptalent te plukken. Hetzelfde geldt natuurlijk ook voor mensen met een ‘vreemde achternaam’ en voor jonge toezichthouders – noem maar op. Zodra dit in RvC’s omarmd wordt, emanciperen RvB’s mee.”
PMP gelooft niet voor niets in de anonimiteit van kandidaten: “Het is menselijk om vooringenomen te zijn – in een split second vormen we een mening over kandidaten, zo werkt ons brein. Maar als je je in het selectieproces laat leiden door vooringenomenheid, werkt dat alleen maar tegen je. Dan is het waarschijnlijker dat je voor meer van hetzelfde kiest. Wij helpen bedrijven hun search scherp te krijgen – als je een schaap met 5 poten zoekt, welke poot is dan essentieel en welke poot vooral nice to have? Door alle ruis te schrappen faciliteren een objectieve zoektocht.” Van der Werf verkreeg onlangs proof of concept toen hij via zijn eigen platform zélf iemand zocht voor zijn Raad van Advies. “Uit de search kwam iemand die ik al kende, maar ik zou nóóit aan hem gedacht hebben: geen idee dat hij zoveel ervaring had met startups en zoveel verstand had van de commissarissenmarkt.” Zijn initiële verbazing amuseert hem nog steeds, want dit soort onverwachte uitkomsten zijn bij PMP veelvoorkomend: “Een groot familiebedrijf plaatste onlangs een van ‘onze’ vrouwen. Zij was daar zonder PMP never nooit terechtgekomen: zij kende het bedrijf niet, ze zaten niet in elkaars netwerk. Ze zijn met elkaar in hun nopjes. Zo zie je hoe lonend het kan zijn te zoeken buiten het eigen netwerk. Het zou toch te veel toeval zijn als de beste match altijd iemand is die je al kent, iemand van de gevestigde orde? Het kan net zo goed een jong, talentvol iemand zijn.”
Westenwind en corporate glamour
Dat jong zijn en talent hebben elkaar niet uitsluiten, daarover kan Van der Werf, nu 39, meepraten. PMP is alweer zijn tweede onderneming na een kortstondige carrière als acteur. Tijdens zijn studententijd schitterde hij als Roland de Wit naast andere bekende acteurs als Joep Sertons en Anniek Pheifer in de dramaserie Westenwind, die tussen 1999 en 2003 werd uitgezonden op RTL4. Westenwind draaide om 2 families die beide eigenaar zijn van een scheepswerf en die elkaar, het laat zich bijna raden, flink dwarsbomen. Het acteursbestaan kon Van der Werf echter niet voor eindeloos boeien – “Ik kon me gewoon niet voorstellen dat ik het voor eeuwig zou doen”– en hij besloot na een studie Werktuigbouwkunde aan de TU Delft kennis te maken met meer alledaagse ‘corporate glamour’. Zo kwam hij, naar eigen zeggen als ‘broekie’, terecht bij de industriële multinational ThyssenKrupp in Hamburg, waar hij zich bezig hield met projectmanagement en betrokken was bij strategie en financiën op boardniveau. “Dat was een mooi bedrijf om te werken, en ik stak er vooral van op dat iedereen – in de top en de lagen eronder – een radartje is in het geheel en daarmee op zijn of haar eigen manier belangrijk.”
Het ondernemerschap trok echter toen al, waardoor hij in 2011 een bedrijf oprichtte dat innovatieve partijen aan elkaar koppelde. “Dat liep goed, maar ik vond er weinig aan – ik wilde niet adviseren, maar zélf bouwen.” Zo begon hij uiteindelijk met PMP, een spin off van een eerder platform dat in eerste instantie ervaren mensen aan een nieuwe generatie wilde koppelen. De afgekorte naam, PMP staat voor People Meet People, herinnert daar nog aan.
In zijn huidige rol kan Van der Werf zijn lol op wat bouwen betreft, want in basis is PMP een techplatform. “We begonnen heel houtje-touwtje en hebben veel geïnvesteerd in technologie om de database naar wens te boetseren. We willen enerzijds de anonimiteit van onze kandidaten waarborgen en anderzijds voldoende informatie bieden zodat je alle variabelen objectief met elkaar kunt vergelijken, en het zoekproces op een soepele, intuïtieve manier verloopt. In die zin heb ik nog veel aan mijn ervaring als acteur – het vergt veel creativiteit om tech te combineren met een menselijke factor. Na die focus op het verfijnen van het systeem zijn we de database gaan vullen, in eerste instantie door old boys & old girls te benaderen: schrijf je in bij ons.” De aanwezigheid van grotere namen had een aanzuigende werking op (potentiële) commissarissen en toezichthouders van verschillende ‘bloedgroepen’, kennis en kunde. “Nu is het tijd om te oogsten, maar ook om nog veel meer te zaaien.”
Zwieper
Bij dat zaaien zet Van der Werf er zeker op in meer vrouwen te bewegen zich in te schrijven in de database. “Het mooie is dat PMP en Stichting Topvrouwen elkaars werk alleen maar versterken: we zorgen beiden voor aandacht en aanbod. We kijken naar manieren om elkaar nog meer te versterken.” Vandaar dat Van der Werf met een uniek aanbod komt: Topvrouwen uit de topvrouwendatabase krijgen 50 procent korting op de inschrijffee bij PMP. Heb je interesse, neem dan contact op met PMP via de website: www.commissarisvinden.nl. Een inschrijving bij zowel Topvrouwen.nl als PMP verdubbelt je kansen. “PMP wil gender diversity een zwieper geven door ijzersterkte vrouwelijke kandidaten vindbaar te maken. We doen dat op grote schaal, zodat gebalanceerde boards met verschillende mensen van gelijkwaardige kwaliteit hopelijk snel de normaalste zaak van de wereld worden. Ik wil het percentage in onze database keihard verhogen: dus op naar 40 tot 50 procent vrouwen – hoe gaaf zou dat zijn, wat zou er dan gebeuren?”
Sta je ingeschreven bij topvrouwen en wil je gebruik maken van de regeling?