De komst van een openbaar UBO-register, waarin iedereen gegevens kan bekijken van de UBO van een organisatie, ofwel de Ultimate Beneficial Owner, maakt de tongen los. Maar wat houdt het precies in? En waarom moeten toezichthouders er nu al van op de hoogte zijn? We vroegen het Jacco Sjerps, juridisch adviseur bij de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie.
Als je een belang houdt van meer dan 25 procent in het kapitaal van een vennootschap, of meer dan 25 procent van de stemrechten kan uitoefenen in de algemene vergadering van een vennootschap, dan ben je volgens de huidige wetgeving UBO van een organisatie, ofwel de ‘Ultimate Beneficial Owner’. Maar ook als je feitelijke zeggenschap hebt over een vennootschap.
Dat is althans het voornemen van het kabinet. Het Ministerie van Financiën heeft gedurende de maand april 2017 het conceptwetsvoorstel voor implementatie van het UBO-register ter consultatie voorgelegd.
Wat betekent het voorstel precies? “Dat straks iedereen sommige van jouw gegevens kan inzien als je UBO bent”, verklaart Jacco Sjerps van de KNB. “Er wordt dus een publiek toegankelijk UBO-register geïntroduceerd met daarin UBO's van in Nederland opgerichte entiteiten die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. De meeste van hen worden verplicht om deze informatie aan te leveren bij de KvK. Anderzijds geldt voor bepaalde instellingen, zoals banken, trustkantoren, verzekeraars, advocaten en notarissen, de wettelijke plicht om de identiteit van de UBO van een cliënt te achterhalen wanneer zij diensten verlenen aan die cliënt. Zij kunnen hiervoor gebruik maken van het nieuwe register.”
Veiligheid
Reden om dit register openbaar te maken is transparantie. “En ook vanwege beperking van de administratieve lasten voor de afnemers en de uitvoeringslasten voor de KvK”, voegt Sjerps toe. Toch is er veel kritiek op de openbaarmaking van de gegevens. “Veel UBO’s willen helemaal niet dat hun gegevens – en dan gaat het om zes basale gegevens, zoals naam en geboortejaar – openbaar worden gemaakt. Denk aan familiebedrijven die erg op hun privacy gesteld zijn. Zij vrezen voor hun veiligheid en voor verkeerd gebruik van het register, kritiek die je ook vaak hoort over de Quote 500. Veel mensen, ondernemers, grote familiebedrijven, roeren zich dus nu al en zoeken naar manieren om buiten dat register te blijven, bijvoorbeeld door naar het buitenland te verhuizen.”
Als toezichthouders zich nu al bewust zijn van de op handen zijnde veranderingen, kunnen ze zich goed voorbereiden en hierover praten met hun bestuur. “Je zou bijvoorbeeld al kunnen nagaan wie de UBO is binnen jouw organisatie, hoewel dat niet in alle gevallen even makkelijk is”, aldus Sjerps. “De definitie van wie de UBO is wordt waarschijnlijk na de zomer verduidelijkt. Daarna moet gekeken worden wie de UBO is en moet deze correct worden ingeschreven bij de KvK en actueel gehouden worden.”
Aansprakelijkheid
Het bestuur draagt zélf zorg voor (juiste) registratie in het UBO-register en kan dus ook aangesproken worden als er niet of niet volledig is ingeschreven. Als een toezichthouder niet informeert naar de gang van zaken omtrent de registratie in het UBO-register óf geen actie onderneemt als hij weet dat de UBO-registratie onjuist of onvolledig is, kan hem mogelijk verwijt worden gemaakt ten aanzien van de uitoefening van de toezichthoudende taak. Hoe heet de soep dan gegeten wordt, zal de praktijk allemaal nog moeten uitwijzen.
Duidelijk is in ieder geval dat zowel bestuurders als toezichthouders de berichtgeving over deze nieuwe wetgeving moeten blijven volgen. De verwachting is dat het UBO-register in de loop van 2018 in werking zal treden. Daarna krijgen de registratieplichtige entiteiten nog 18 maanden de tijd om te voldoen aan de UBO-registratieplicht. “Ik verwacht wel dat er nog discussies gaan spelen over de openbaarheid, dus mogelijk verandert er nog een en ander”, besluit Sjerps. “Vooralsnog is dit niet de lijn, maar ik adviseer iedereen om het nieuws hierover in de gaten te houden.”